zaterdag 24 mei 2008

"Ik denk dat dat een kwestie is van wreed zijn op een goede of slechte manier. Wreedheid kan betitteld worden als goed -zo het woord 'goed' bij kwade dingen op zijn plaats is - als zij beperkt blijft tot één enkel moment, en begaan wordt uit noodzaak de eigen positie veilig te stellen; en als men het daar verder bij laat, en zorgt dat de onderdanen daar zoveel mogelijk baat bij hebben. Wreedheid is slecht als zij aanvankelijk een incidenteel karakter draagt, maar met de tijd eerder toeneemt dan verdwijnt."

REFERENTIE:

N.Machiavelli, Il Principe en andere politieke geschriften, vert. en inl.: P. Van Heck, Wommelgem: Veen Bosch & Keuning uitgevers n.v., 2007 (eerste druk 2006), p. 131

COMMENTAAR:


Voor Machiavelli is wreedheid (en terreur) toegestaan in een politieke context. Het gebruik ervan moet wel gereguleerd zijn door een politieke logica. Het oeuvre van Machiavelli kan in de eerste plaats gelezen worden als de explicitatie van dergelijke politieke logica. In bovenstaand fragment schetst Machiavelli de contouren waarbinnen politiek geweld mag opereren. Eenmaal de regels, die aan het gebruik van het geweld worden opgelegd, worden overtreden, is het gebruik van geweld niet meer legitiem.

Het gevaar is echter dat Machiavelli's logica wordt overtreden en dat de eenmalige terreur ontspoort en uitmondt in een blinde terreur. Dit is wat, volgens Hegel, gebeurt in de Franse Revolutie: het gebruik van terreur wordt niet meer gestuurd door de logica van de politieke vrijheid, maar wordt voortgestuwd door een ideologische en abstracte reconstructie van het concept 'vrijheid'. Het is de vrees voor dergelijke ontsporing van terreur voor politieke doeleinden die Camus ertoe drijft om elke vorm van gewelddadige vrijheidsstrijd af te wijzen.

Sartre's positie lijkt dus veel meer affiniteit te vertonen met Machiavelli. Er is echter een belangrijk verschil. Bij Machiavelli is de discussie volledig ingebed in de vraag naar het hoe en het waarom van dictatoriale politieke macht. Dit betekent dat bij Machiavelli de discussie volledig ontdaan wordt van ethische consideraties (hetgeen duidelijk aan bod komt in bovenstaand citaat). Het gebruik van politiek geweld wordt door Machiavelli enkel geëvalueerd aan de hand van machtspolitieke criteria. Bij Sartre krijgt het inzetten van verzet en geweld tegen onderdrukking bijna het karakter van een ethische imperatief. Dit betekent dat het geweld gerechtvaardigd wordt door een ethisch einddoel.


Geen opmerkingen: